In gesprek met Sir David Chipperfield over The Grand

Voor de vormgeving van ‘The Grand’ werkt erfgoedontwikkelaar VDD Project Development samen met het wereldwijd geprezen Britse architectenbureau David Chipperfield Architects.

Wij hadden een gesprek met Sir David Chipperfield over zijn inspiratie, het creëren van een nieuwe landmark en de impact van het project op de groeiende kuststad Nieuwpoort.

Sinds de oprichting in 1985 bouwde David Chipperfield Architects vanuit haar kantoren in Londen, Berlijn, Milaan en Shanghai een gevarieerd en internationaal oeuvre op met niet alleen culturele, residentiële, commerciële en educatieve gebouwen maar ook private projecten en stedelijke masterplannen. Het bureau geniet al jaren wereldfaam voor zijn fijngevoelige restauraties, waaronder verschillende UNESCO-werelderfgoedlocaties zoals het ‘Neues Museum’ en de ‘Neue National Galerie’ in Berlijn, de ‘Royal Academy of Arts’ en de voormalige Amerikaanse ambassade in Londen.

The Grand werd in 1924, onder de naam ‘Le Grand Hôtel’, ontworpen door de Belgische architect Apollon Lagache. In welke mate vond u inspiratie in zijn oorspronkelijk ontwerp?

‘Le Grand Hôtel’ van Apollon Lagache had een speelse en royale uitstraling die wij in ons ontwerp absoluut wilden terugbrengen. We lieten ons inspireren door de nog overgebleven belle époque- elementen, de bijna volledig intacte historische trappenhal, het uitgesproken silhouet van het gebouw en zijn grandeur. Ons doel was om het gebouw meer van zichzelf te geven door net die aspecten te versterken die de identiteit van het monument bepalen.

Jullie ontwerp toont een vernieuwende manier van restauratie en herbestemming. Kunnen jullie hier wat meer toelichting over geven?

Alvorens te starten met het ontwerp werd op basis van een bouwhistorische analyse een waardeschaal bepaald van het pand. Zo konden we de historisch waardevolle elementen in kaart brengen, zoals de drie gevels met kenmerkende standbeelden, de inkomhal, de bar en de brasserie. Deze zullen zorgvuldig worden gerestaureerd. De belle époque-elementen die verdwenen zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog en de werken in de jaren ’60 zullen op een hedendaagse manier worden gereconstrueerd met een speelse, eigentijdse geraffineerde herinterpretatie van de bestaande architecturale taal. Zo zullen de iconische toren, de koepels, de luifel boven de inkom, de loggia en het hoekterras opnieuw schitteren als tijdens de glorieperiode. De extra verdiepingen werden ontworpen met maximaal respect voor de originele vormgeving, met een eigentijdse herinterpretatie die harmonieus is ingebed in de uitstraling van het monument. Het ontwerp sluit aan bij de architecturale taal en kleurstelling van de gevels van het bestaande gebouw maar met vereenvoudigde details en functionele decoraties. Het nieuwe dakvolume herneemt de belangrijke elementen van het vroegere daklandschap – de toren, de koepels en dakkapellen – zodat het gebouw zijn iconische silhouet terugkrijgt. Het geheel krijgt de grandeur terug die kenmerkend is voor deze architectuurstijl, en blijft toch binnen een te verantwoorden schaal. Het karakter en de essentie van de beaux-arts stijl van het gebouw, die op grandeur is gericht, wordt niet aangetast, maar net versterkt.

Dit ging wellicht gepaard met heel wat uitdagingen?

De uitbreiding van de decoratieve gevels, die in 1981 werden beschermd als monument, vereiste een fijngevoelig en geraffineerde benadering van de erfgoedwaarden. De grootste uitdaging bestond erin om een ontwerp te maken dat geen specifieke stijl aan het gebouw wou opdringen, noch een schril contrast probeert te creëren met de historische elementen. In dit opzicht kan ons ontwerp gezien worden als onderdeel van een veelal vergeten traditie waarbij historische gebouwen worden aangepast en uitgebreid. Er wordt rechtstreeks met de originele structuur en context gewerkt om een genuanceerde interpretatie van de geschiedenis van het gebouw mogelijk te maken.

Duurzaamheid is tegenwoordig een niet weg te denken en cruciaal aspect binnen de architectuur. Welke interventies maken The Grand future-proof?

Voor de uitwerking van het project werd vertrokken vanuit een sterk gevoel van verantwoordelijkheid voor het gebouw. Het hoeft dus ook niet te verbazen dat ecologie een belangrijke rol speelt. In die mate zelfs dat je gerust kan stellen dat de herbestemming van ‘The Grand’ als voorbeeld-project kan fungeren.

Het project maakt het gebouw klaar voor de toekomst, zodat het voor minstens de komende 100 jaar kan worden gebruikt. Diverse moderne en duurzame technieken worden toegepast om het totale energieverbruik tot een absoluut minimum te beperken. Dankzij geothermie, zonnepanelen en maximale terugwinning van de geproduceerde warmte zullen bewoners genieten van een optimaal winter- en zomerklimaat zonder dat fossiele brandstoffen gebruikt worden (géén gas).
Sir David Chipperfield

Ook op bouwkundig vlak wordt maximaal ingezet op duurzaamheid en circulariteit. In het project worden de reeds aanwezige materialen zoveel als mogelijk hergebruikt. Pas als dat niet meer mogelijk is worden nieuwe elementen aangewend. De vloeropbouw van de verdiepingen kan in de toekomst eventueel ontmanteld en hergebruikt worden. Tegelijkertijd worden de verschillende lagen van de geschiedenis gerespecteerd en op subtiele wijze zichtbaar gemaakt. Hoewel bijvoorbeeld veel van de oorspronkelijke interieurs verloren zijn gegaan en dus niet zijn beschermd, zorgen we er zoveel mogelijk voor dat het DNA van het originele hotel wordt onthuld.

Welke wijzigingen werden doorgevoerd om hoogwaardige appartementen mogelijk te maken?

We wilden niet alleen het hotelgevoel behouden, het was ook de bedoeling om de bestaande krappe vakantieappartementen te vervangen door appartementen van topkwaliteit. De leefruimtes van de appartementen in The Grand genieten door de zeer royale plafondhoogtes van een rijke lichtinval maar ook van panoramische zichten op de zee, het Hendrikaplein of de winkelstraat. In samenwerking met interieurarchitect Arjaan De Feyter werd voor elk appartement een optimale planindeling bepaald, gekenmerkt door een efficiënt ruimtegebruik. De grandeur en weelde van weleer wordt in het interieur op een eigentijdse manier vertaald naar een absoluut comfort. De luxe die in elk appartement te vinden is, werd ook geïntegreerd in de het ontwerp van de gemeenschappelijke delen. Zo leidt de gerestaureerde historische inkomhal bewoners naar het private zwembad, de rustgevende wellness en de ondergrondse fietsenstalling en parking met extra brede garageboxen. De nieuwe centrale hal, die de originele circulatie in ere herstelt, vormt een interne verbinding tussen de Zeedijk en de Albert I Laan. Hierdoor genieten bewoners van een snelle toegang tot zowel het strand als de winkelstraat.

Hoe wordt de interactie met de Albert I Laan, het Hendrikaplein en de Zeedijk gemaakt op de gelijkvloerse verdieping?

Net zoals in het oorspronkelijke ‘Le Grand Hôtel’ wilden we de publieke functie van de sokkel herstellen. Grenzend aan de Zeedijk, de Albert I Laan en het Hendrikaplein heeft het gebouw een sterke verbondenheid met de omgeving. Het gelijkvloers wordt volledig open gemaakt zodat het gebouw een bijdrage levert aan de vitaliteit van Nieuwpoort. De loggia en het hoekterras aan de voorzijde van het Hendrikaplein, die beschadigd werden door bombardementen tijdens WOII en vervolgens werden gesloopt, worden in ere hersteld en de gevels op de begane grond worden gerestaureerd om een open en gastvrij gebouw te creëren voor zowel bezoekers als bewoners. Het stadsbestuur van Nieuwpoort zal ook van de gelegenheid gebruik maken om, naast de heraanleg van de Zeedijk vanaf de Veurnestraat, ook het Hendrikaplein een nieuw leven te geven. Zo zal de bovengrondse parking plaatsmaken voor een belevingsplein waar kinderen in alle rust kunnen spelen, bezoekers kunnen uitrusten en kleinschalige evenementen georganiseerd kunnen worden voor en door de buurt. Het infokantoor van de toeristische dienst zal verhuizen naar de gerestaureerde villa Hurlebise, op de andere hoek van het plein. Hierdoor zal het plein, samen met The Grand dé ontmoetingsplaats worden van Nieuwpoort-Bad.

Hoe heeft u het partnerschap en de samenwerking met VDD Project Development ervaren?

VDD Project Development is een ontwikkelaar met een diepe achting voor en interesse in historische gebouwen, een gevoel dat ze delen met David Chipperfield Architects. VDD geeft prioriteit aan respect voor erfgoed, maar laat ook ruimte voor vernieuwing en durf. Een gebouw is geen statisch object maar zoals een levend organisme dat zich in een toestand van permanente verandering kan bevinden. Een gebouw, ook een beschermd monument, sterft als het stopt met veranderen. Het is met deze mindset dat VDD The Grand heeft benaderd. De overkoepelende opdracht was om het voormalige ‘Le Grand Hôtel’ in ere te herstellen op een manier die zowel economisch haalbaar als architectonisch passend is. De samenwerking is een boeiend proces geweest. Zowel VDD als David Chipperfield Architects zijn ervan overtuigd dat The Grand een grote meerwaarde zal bieden voor de bewoners en bezoekers van Nieuwpoort.

Meer over het project
Vraag meer info