Het Sint-Agneteklooster
1434 - een klooster en meisjesschool
In het jaar 1434 ontstond in Gent een bijzondere gemeenschap, gevormd door de Zusters van het Gemene Leven, een dochterstichting van het huis Sion in Oudenaarde. Ze vestigden zich aan de Lindelei, op een plek die bekend stond als de "Ganzendries" of "Ganzenakker". Een bescheiden "clyn huyzeke" werd hun toevertrouwd, waar ze in harmonie samenleefden.
Enkele jaren later, in 1454, werven de kloosterzusters de locatie, met het doel om er een klooster te bouwen. Het klooster zou later, in de Gentse omgeving, bekend worden als "St. Agneete". Naast de heropbouw van het "huys" in 1462, werd er ook een kerk opgericht die in het jaar 1482 feestelijk in gebruik werd genomen. Met de voortschrijdende jaren, groeide het klooster gestaag uit. Niet alleen werd het fysiek uitgebreid, maar er werd in 1545 ook een bijzondere meisjesschool opgestart. De school had als nobel doel "de opvoeding van jonge dochters", waarbij voornamelijk de dochters van welgestelden uit de stad werden verwelkomd.
1566 - de verwoestende beeldenstorm
Ook het klooster bleef niet gespaard van de roerige beeldenstorm, die plaatsvond tussen 10 augustus en oktober 1566. De beeldenstorm verwijst naar de tumultueuze periode waarin religieuze onrust en vernieling van religieuze kunstwerken plaatsvond. Het was een uitbarsting van protestantse opstand waarbij beelden, schilderijen en andere religieuze symbolen werden vernietigd vanwege hun vermeende afgoderij. De beeldenstorm had ingrijpende gevolgen voor kerken, kloosters en de religieuze en culturele geschiedenis van de Lage Landen.
Ook de vreedzame stilte van de kloosterzusters werd ruw verstoord toen woedende menigten de kerk binnendrongen, verwoesting achterlatend in hun spoor. Dit betekende niet alleen het einde van de kerk, maar ook het lot van de bloeiende meisjesschool. De gedwongen ontbinding van de meisjesschool was een bittere slag voor de zusters en de gemeenschap van de stad Gent.
1624 - De heropbouw van het klooster
Na een periode van onrust en ontheemding keerden de zusters in het jaar 1585 terug naar hun geliefde site. Vastberaden om hun klooster nieuw leven in te blazen, beginnen ze met de wederopbouw. Ook de kerk wordt in het jaar 1608 met zorg en toewijding heropgebouwd. Maar de wederopbouw stopte niet bij de kerk. In het jaar 1624 begonnen de zusters met de heropbouw van het volledige complex. Het nieuwe klooster omvatte niet alleen de essentiële gebouwen, maar ook de creatie van verschillende binnenplaatsen, hoven en zelfs een boomgaard. Het klooster kreeg een nieuw gezicht, met een harmonieuze combinatie van functionele ruimtes en groene oases die rust en sereniteit uitstraalden. De hoofdgebouwen werden voornamelijk aan de straatkant opgetrokken, langs de befaamde Lindenlei en Wijngaardstraat.
Binnen het kloosterterrein waren er naast de kerk ook andere belangrijke gebouwen te vinden. Een vierkante binnenplaats bood een centraal ontmoetingspunt, omringd door een kloostergang die een gevoel van harmonie en eenheid uitstraalde. Aanleunende gebouwen, zoals een refter, vervolledigden het kloosterleven en voorzagen de zusters van alle noodzakelijke ruimtes om hun dagelijkse taken en rituelen uit te voeren.
1783 - een nieuwe militaire invulling
Met de aankomst van Jozef II werden talrijke religieuze instellingen opgeheven, waaronder het Sint-Agneteklooster. Hoewel de kerk werd afgebroken, bleven bepaalde delen van het klooster behouden. De onroerende bezittingen werden vaak gebruikt voor militaire doeleinden. De gebouwen werden deels verhuurd en verbouwd, waarbij het complex onder andere dienstdeed als het "Kantoor der Domeinen en Douane". Op de plek waar eens de gesloopte kerk stond, werd een voedermagazijn opgetrokken naar het ontwerp van Louis Montayer. Na de verdrijving van de Fransen in 1814 werd dit magazijn omgevormd tot een militaire bakkerij met bakovens, een ruiterijkazerne en een laboratorium voor scheikunde en fysica, bedoeld voor industrieel onderwijs.
Omstreeks 1830 bestond de site aan de Lindenlei uit (van zuid naar noord): een poort (1), een dubbelhuis van 2 bouwlagen en 6 traveeën onder een zadeldak (nok evenwijdig met de straat) (2), een poort (3), een diephuis van 2 bouwlagen en 2 traveeën (4), opnieuw een poort (5), het magazijn (6) en een neoclassicistische rijwoning van 3 bouwlagen en 4 traveeën (7) die de hoek maakte van de Sint-Agnetestraat.
1857 - nijverheidsschool & meisjesschool
In 1827 werd op het terrein de "Industriële" gevestigd. In 1833 besloot het stadsbestuur van Gent om er een van de twee Nijverheidsscholen van België te vestigen. In 1850 werd de volledige locatie van het voormalige Sint-Agneteklooster verworven, en stadsarchitect Adolphe Pauli (1820 - 1895) kreeg aanvankelijk de opdracht om de site vorm te geven.
Tussen 1857 en 1859 bouwde Pauli een groot schoolgebouw met meerdere verdiepingen. Het schoolgebouw werd samengevoegd met de Bijzondere School voor Industrieel Tekenen en Weefkunde tot de "Nijverheidsschool". Van 1865 tot 1867 begon men met de bouw van een meisjesschool aan de Lindelei, in de zuidoostelijke hoek van de site, waar voorheen de directeurswoning met ruime tuin stond. Gent liep voorop in het bieden van lager onderwijs voor meisjes.
1890 - de Hogere Nijverheidsschool
Vanaf 1890 begonnen er kleine uitbreidingswerkzaamheden in de Nijverheidsschool, waaronder de bouw van een machinezaal en een amfitheater. De plannen hiervoor werden verzorgd door stadsarchitect Van Rysselberghe (1850 - 1920). De grote uitbreiding vond plaats tussen 1897 en 1900, waarbij een nieuw en ambitieus bouwprogramma werd gelanceerd, opnieuw ontworpen door architect Charles van Rysselberghe. Het nieuwe programma omvatte de bouw van een nieuwe vleugel in de vorm van een "T" aan de noordzijde van het complex. Om ruimte te maken voor deze vleugel werd het diephuis uit 1830 afgebroken.
Tussen 1895 en de Eerste Wereldoorlog ontwikkelde de Nijverheidsschool zich tot de "Hogere Nijverheidsschool", bestaande uit een Lagere Nijverheidsschool, een Nijverheidsschool voor middelbaar technisch onderwijs en een Hogere Nijverheidsschool met 7 afdelingen voor praktisch onderwijs. De voortdurende uitbreiding van het gebouwencomplex in de 19e en 20e eeuw weerspiegelt het belang van Gent als industriestad.

1912 - verdere uitbreidingen
Na de uitbreiding van de T-vormige vleugel in 1903 en de toevoeging van een derde bouwlaag aan het centrale risaliet van de oorspronkelijke school, werden in 1912 de aangrenzende meisjesschool en de gebouwen op de speelplaats achter dit gebouw aan de Nijverheidsschool toegevoegd. De meisjesschool was inmiddels omgevormd tot een jongensschool, omdat het niet langer mogelijk was om jongens en meisjes strikt gescheiden te houden. Op de voormalige speelplaats werden twee leslokalen en een nieuw laboratorium voor elektriciteit gebouwd. Architect Van Rysselberghe was opnieuw verantwoordelijk voor de plannen van deze uitbreiding.
Van Rijkstechnische school naar tijdelijke invulling
In 1937 werd de school overgenomen door de staat en omgevormd tot een Rijkstechnische school. Na de Tweede Wereldoorlog werden er nieuwe studierichtingen geïntroduceerd, wat leidde tot meerdere uitbreidingen van het complex.
In 1950 werden het magazijn en het neoclassicistische rijhuis uit 1830 afgebroken om plaats te maken voor prefab paviljoenen met een U-vormige plattegrond aan de noordzijde van het complex. De muur langs de Lindenlei en bij de U-vormige paviljoenen stammen ook uit de 20e eeuw.
In 2007 verliet het Koninklijk Technisch Atheneum de locatie. Drie jaar later werd het gebouwencomplex verhuurd als kunstenaarsatelier aan de VZW NUCLEO.
Oorlogsgedenkteken op de binnenplaats
In 1923 werd er op de binnenplaats van het gebouw een oorlogsgedenkteken geplaatst ter herinnering van de slachtoffers die tijdens de Eerste Wereldoorlog waren gevallen. Na de Tweede Wereldoorlog werd dit gedenkteken uitgebreid. Het gedenkteken bestaat uit een imposant beeldhouwwerk van drie meter hoog, gemaakt van hardsteen en bestaande uit twee verbonden pijlers. Sommige delen zijn uitgevoerd in brons, waaronder een figuratief beeld van een zittend jongetje of leerling met een bloemenslinger op zijn knieën. Daarnaast is er een tekstplaat met twee zwaarden met een halve lauwerkrans en het wapenschild van België.
De jongeman zit stil en sereen en symboliseert rouw en verdriet om medeleerlingen die hun leven hebben gegeven voor het vaderland. Aan de achterzijde van het gedenkteken bevindt zich een bronzen gedenkplaat waarop de namen van de slachtoffers verbonden aan de school staan vermeld. In 2011 werd het gedenkteken erkend en beschermd als monument.
Bent u een kandidaat-koper en wenst u op de hoogte te blijven bij de start van de verkoop van dit project ? Laat hieronder dan uw gegevens na.
Merci pour votre message !